Het dorp

Algemeen

Oplinter is een van de meest levenslustige dorpjes in het Hageland, begrensd door Tienen, Sint-Margriet-Houtem, Bunsbeek, Stok, Neerlinter, Wommersom en Hakendover.

'Wannes' is de bijnaam van de Oplinterenaar. Geel en blauw zijn de kleuren. De patroonheilige is Sint-Genoveva.

Door de grillen van de fusie 1977 behoort Oplinter bij Tienen.
Bost, Goetsenhoven, Oorbeek, Hakendover, Kumtich, Sint-Margriet-Houtem en Vissenaken zijn de andere 7 deelgemeenten van Tienen.

Alhoewel Oplinter slechts een goeie 2100 zielen telt, is het een bruisende gemeente. Tal van verenigingen zorgen ervoor dat er wekelijks één en ander te doen is!

Geschiedenis

De naam Oplinter

Het woord "Linter" is afgeleid van lindeboom en duidt de plaats aan waar lindebomen groeiden. Het voorvoegsel "Op" werd er waarschijnlijk later toegevoegd om het onderscheid te maken tussen Oplinter, Neerlinter, Boeslinter en in het begin van de twintigste eeuw, Drieslinter.
Opmerkelijk is wel dat alle Latijnse teksten met betrekking tot aannemingen, goedkeuringen of akten, vooral in verband met de abdij "Maagdendaal", steeds spreken van "Lintre". Op oude kaarten vinden we Linter terug.

Slechts sporadisch, en dan nog maar in de Dietse taal, wordt "Oplinter" gebruikt, zoals in de verklaring van Ridder Arnold van Wezemaal, gedaan in mei 1232. Onder de Franse revolutie werden alle akten van de burgerlijke stand opgesteld door de "maire" van "Haut-Lintre".

Wellicht is Oplinter het oudste van de diverse Linters! Het bekleedt de eerste plaats in al de oude registers en stukken.

Op de kaart


Bezienswaardigheden

Sint-Genovevakerk

De toren
Van de oorspronkelijke (laat-)romaanse kerk is enkel de toren nog een getuigenis. De bouw ervan wordt geschat begin van de dertiende eeuw. Het gewelf boven het gelijkvloers werd herbouwd in 1632. De oorspronkelijke 4-kantige torenspits werd in 1710 vervangen door de huidige 8-kantige spits.

De middenbeuk en de twee zijbeuken
Begin veertiende eeuw. De middenbeuk is samengesteld uit 4 bogen, oorspronkelijk met gewelf. Ingevolge een brand in 1597 werden de ranke steunpilaren noodzakelijk versterkt. Door een tweede brand in 1676 zijn de gewelven ingestort en vervangen door een plafond. In 1782 werd hierop de huidige versiering aangebracht (Sint Genoveva). De gewelven van beide zijbeuken hebben de ramp, met veel schade, overleefd. De eikenhouten lambrisering in de zijbeuken is een erfdeel van de Franse revolutie, komende uit ontmantelde kloosters.

Het koor
Eerste helft van de veertiende eeuw: gotiek in zijn volle ontwikkeling. Het koor werd in 1931 gerestaureerd naar zijn oorspronkelijke vorm. De ingevallen gewelven waren in de zeventiende eeuw eveneens vervangen door een plaasteren zoldering. Het middenraam zat weggestopt achter een hoog barokaltaar, geplaatst in 1687. Het huidige altaar in zwarte marmer dateert van 1932. De eikendeur is de toegang tot de oorspronkelijke sakristie (veertiende eeuw). Het tympaan stelt het Lam Gods voor, omringd door wijnranken.

Het zuidelijk bijgebouw van de toren
Is het oudste van de twee en zou, zoals het kerkschip, in dezelfde periode gebouwd zijn, namelijk begin veertiende eeuw. Bemerk de fraai gebeeldhouwde console (mannenhoofd). De oorspronkelijke bouw had een verdieping en een open haard. Een stenen trap gaf toegang naar de zolder boven het zuidelijk portaal. Het torentje van deze draaitrap bestaat nog, en is zichtbaar aan de buitenkant.

De kapel van Sint-Genoveva
Zeer waarschijnlijk gebouwd in het midden der vijftiende eeuw, vertoont deze kapel alle kenmerken van de vlamgotiek: grote ramen, die ruimschoots licht binnenlaten. De toepassing met nadruk op het vertikaal lijnenspel geeft een geweldig ruimtegevoel.

De kapel van O.L.Vrouw
Ongeveer met dezelfde afmetingen en dezelfde gewelfstructuur als de Sint-Genovevakapel, met dit verschil dat de overwelving hier in baksteen is uitgewerkt, dit tegenover de gebruikte tufsteen in de Sint Genovevakapel. De gebruikte materialen en de minder fijne afwerking zijn kenmerken van de bouwkunst der zestiende eeuw.

Glasramen koor Sint-Genovevakerk
Eerste raam links (1954)
O.-L.-Vrouw, Moeder Gods
Tweede raam links (1949)
H. kon.Lodewijk en H.-Genoveva
Tafereel van de H.-Genoveva, gezegend door de bisschoppen Germanus en Lupus
Wapenschilden der eerste abdissen van Maagdendaal
Middenraam (1949)
H.Drievuldigheid tussen twee engelen, zon en maan, O.L.Vrouw en Johan.Evang.
Wapenschilden van P.Pius XII en kardinaal J.Van Roey
Tweede raam rechts (1949)
H.Lucia en H.Jan Bergmans
Tafereel van H.-Genoveva: schenkt haar moeder het zicht terug
Wapenschilden der laatste abdissen van Maagdendaal
Eerste raam rechts (1953)
Verrijzenis van Christus

Kerkorgel van oplinter
De huidige organist is Bruno Bruyninckx.
Sedert september '90 is Bruno Bruyninckx als organist verbonden aan de Sint-Genovevakerk te Oplinter waar hij het prachtige, soms nog ondergewaardeerde orgel van François-Bernard Loret bespeelt. Hij is geboren te Tienen in 1972, kreeg zijn eerste orgelonderricht op 14-jarige leeftijd in de Tiense Muziekacademie bij Frank Smolders. In amper 4 jaar bereikte hij de toenmalige graad van uitmuntendheid B en werd de Zilveren Regeringsmedaille toegewezen. Vijf jaar later behaalt hij het Meesterdiploma Orgel met onderscheiding aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium van Antwerpen alsmede het pedagogisch getuigschrift, ook met onderscheiding. Het Antwerpse orgelonderwijs is van zeer hoge kwaliteit, mede door de tal van gespecialiseerde gastdocenten, de vele bezoeken aan historische orgels en de prachtige instrumenten van de kathedraal (Pierre Schyven 1891 en Fa.Metzler 1993) waarop de lessen en ook de eindproef gehouden worden. Maar bovenal is de inspirerende samenwerking met de grote organisten en pedagogen Stanislas Deriemaeker en Joris Verdin de kracht van de Antwerpse orgelklas en de stimulans voor verder onderzoek in historische uitvoeringspraktijk.

Abdijhoeve Maagdendaal

Langsheen de weg Oplinter-Utsenaken, verdoken achter een lange muur en een monumentale ingangspoort, ligt Maagdendaal, één van de schoonste hoeven uit het Getedal. Op deze plaats stond weleer de abdij van "Vallis Virginum" (Val-des-Vierges), waar in 1230 Beatrijs haar "Seven Manieren van Minne" schreef, het vroegst gedateerd middelnederlands proza. De abdij van Maagdendaal werd gesticht in 1215 door Bartholomeus van Tienen.